In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) staan de 30 belangrijkste rechten van ieder mens. Dit zijn burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten. De Verenigde Naties (VN) stelden de verklaring op in 1948.
De universele mensenrechten gelden voor ieder mens, van ieder ras en geslacht en van elke religieuze, levensbeschouwelijke, politieke overtuiging en iedere status. De landen die lid zijn van de VN hebben hun handtekening onder de verklaring gezet. Daarmee hebben ze aangegeven dat ze de mensenrechten respecteren.
Uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens:
Artikel 18
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.
Artikel 19
Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.
Artikel 20
- Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering.
- Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.
Bronnen: Rijksoverheid , VN